[home]  [index] gifupgif gif

Terug: Zweven en laten zweven
Vorige pagina: Na twaalf starts?
Volgende pagina: Terugkeer van de hersenthermiek


Start in regen, landing in aardappelen


 

Date: Oct 28'94, 18:10
From: FG

Vandaag lukte het om twee starts te maken, mijn vijfendertigste en zesendertigste. Ik was al bezig om de eerste gegevens voor de volgende in het logboek te schrijven, toen een plotse onweersbui verscheen en het vliegbedrijf werd beëindigd.

Toch was het de moeite waard. Ik was nog nooit in een regenbui gestart. Goed om te leren dat er geen reden is voor paniek, ook al is het een vreemde gewaarwording: de regen die zo'n kabaal maakt op de romp, terwijl het water in een gek patroon over de kap loopt. En je ziet geen horizon. Ik kreeg de neiging om te snel te vliegen, aangezien ik me richtte naar wat nu de horizon leek, dat wil zeggen het verst gelegen stukje zichtbare aarde.

Doordat het hard waaide en ik meer lette op het piefje dan op de plaats waar ik vloog, vergat ik bovenwinds te blijven, zoals me was opgedragen door de instructeur, Herman van der Meer. Daardoor vlogen we bijna te ver om het veld nog te halen.

Ik vroeg Herman hoe vaak mensen `te kort' komen en een buitenlanding moeten maken op een alternatief veldje. Hij kon het me niet zeggen, hoewel hij toch zeer ervaren is. Later, in De Thermiekbel, vroeg ik het aan een andere instructeur, maar ook die kon zich geen buitenlanding herinneren van iemand die in de buurt van het vliegveld was gebleven (het komt wel vaker voor dat piloten die onderweg zijn van het ene naar het andere vliegveld, onderweg moeten besluiten een buitenlanding te maken). Gebeurt het, dan wacht de piloot geen vermaning, maar wel moeten de normale tarieven voor een ophaalploeg bij een overlandvlucht worden betaald. Daarop vroeg ik het Bruno Zijp, een van mijn favoriete instructeurs --- hij is net zo'n kletsmajoor als ik, met een onafgebroken stroom anekdotes en een groot repertoire gewaagde limericks, meestal over vrouwen. Hij vertelde me over een buitenlanding jaren geleden, de enige die hij ooit maakte. Het was bij Lelystad. Hij vroeg een leerling een rechterbocht te maken, maar de leerling draaide links. Tegen de tijd dat dit was gecorrigeerd, begon Bruno zich te realiseren dat ze teveel hoogte hadden verloren om `thuis' te kunnen landen. Er was nog een veld in de buurt, maar daar liepen juist ditmaal, anders dan gewoonlijk, mensen over. Een ander verkiesbaar veldje was lastiger, overal pollen en kuilen, en daarom stak Bruno een brede sloot over en landde op een aardappelveld.

De boer vond het prachtig (hij werd later zelf lid van de zweefvliegclub) maar rekende wel uit wat de beschadigde aardappelplanten Bruno gingen kosten. De vraag was nu, hoe terug te komen? Het vliegtuig uit elkaar halen, op een wagen laden en een stuk naar het noorden over een bruggetje rijden? Ze vonden een leukere manier: de lier werd gehaald en een kilometer verderop in het aardappelveld geplaatst (de boer rekende weer). Clubleden hielden het verkeer tegen dat over een paar wegen de geïmproviseerde lierbaan kruiste en daar ging Bruno, juist hoog genoeg om de strip te halen.

Sinds die dag wordt er bij elk feest of jubileum in Lelystad wel even in een toespraakje gerefereerd aan Bruno Zijp, die als geen ander weet wat de huidige aardappelprijs is.

Het is overigens interessant te zien hoe verschillend de instructeurs vliegen. Vandaag had ik er een die graag erg steil start (na de eerste voorzichtige 50 meter), terwijl een andere me leerde om heel geleidelijk steiler te gaan, tot de knuppel op het laatste stuk van de start geheel getrokken is. Bruno gaat bij hardere wind nogal snel op final (20 kilometer per uur sneller dan normaal waar anderen 10 kilometer per uur sneller gaan). Maar in het algemeen worden die verschillen minder verwarrend naarmate ik zelf beter leer vliegen. Ik geloof dat een leerling op Terlet met meer verschillende instructeurs vliegt dan een leerling bij een club; ik heb met 36 starts precies tien keer een nieuwe instructeur gehad.