[home]  [index] gifupgif gif

Terug: Zweven en laten zweven
Vorige pagina: Start in regenlanding in aardappelen
Volgende pagina: Stofduivelzweven


Terugkeer van de hersenthermiek


 

Date: Nov 03'94, 21:24
From: FG

In augustus, aan het einde van mijn eerste vliegdagen, voelde ik me aangenaam duizelig, een champagne-achtig gevoel dat lang bleef. Toen ik vaker ging vliegen, verdween dat, maar vandaag is het er weer! Ik heb het er ook naar gemaakt: acht starts.

Naar goede Terletse gewoonte had ik vier verschillende instructeurs. Ik had met alle vier al eerder gevlogen dus het was een prettig weerzien. De eerste wees me erop dat bij mij het piefje de neiging heeft na een bocht scheef te blijven staan. Dat betekent dat ik aan het begin van een bocht wel voldoende roer geef, maar niet aan het einde.

Een van die kleine openbaringen die de bochten netter maken.

Boven de 200 meter stond er een stevige wind dwars op de richting van de windzak beneden en het kostte me moeite dat tot me door te laten dringen terwijl ik bochten maakte en afdreef. Toch lukte het om op het goede aanknopingspunt op voldoende hoogte aan het circuit te beginnen. Dat ging zo goed doordat ik de hele tijd vlakbij dat punt bleef rondcirkelen... Wel een beetje laf. Tegen de tijd dat het drukker wordt, in de lente, zal die plek al vol hangen met andere piloten die dan net zo ver zijn als ik nu. Dan moet ik elders vliegen!

In de volgende vluchten werd ik af en toe verrast door een onverwachte bijna-overtrek in een bocht. Het leek alsof de neus naar beneden viel, zonder dat ik daar iets aan kon doen. De oorzaak bleek te liggen in een trucje dat ik pas heb geleerd: als het piefje teveel naar links staat, kun je rechts `voeten geven' of naar links `rollen'. Dat laatste deed ik voorheen niet, maar nu wel, om te oefenen. Echter, je maakt er een steilere bocht door en daarvoor is meer snelheid nodig. Heb je die niet, dan duik je of val je zijdelings weg.

De landing verbeterde allengs, totdat de laatste drie bijna zonder commentaar en hulp van achter me lukten. De laatste landing was niet op de strip, maar naar de hangar toe, het zogeheten `overvliegen'. Dat is iets lastiger, aangezien je dan op een heuveltje landt. Ik was al tweemaal als passagier zo geland, maar ditmaal mocht ik het zelf doen. Toen ik na `touch down' zoals gewoonlijk vol aan de remkleppen trok, nam de instructeur het wel over: in dit geval moest dat niet, omdat we immers de vaart nodig hadden om het laatste stukje heuvel weer op te rijden, naar de hangar toe. Ik liet dat maar aan de instructeur over. Hij deed het vrij goed...