[home]  [index] gifupgif gif

Terug: Zweven en laten zweven
Vorige pagina: Doopvlucht
Volgende pagina: Honderd meter: verkort circuit


Vliegen? Ik niet


 

Date: Oct 20'94, 20:02
From: Jacoline van Weelden

Lore, die nu bijna 16 is, was me vorig jaar al voorbij gevlogen. Met het interscholair orkest naar Spanje en weer terug, terwijl ik nog niet eens een rondvlucht boven Nederland had gemaakt. Maar daar zat ik ook niet op te wachten; het water en de bergen trekken me meer en ik heb last van hoogtevrees. Dus toen Frans met zweefvliegen begon, vond ik de verhalen boeiend en leuk, maar aangesproken voelde ik me niet, laat staan aangestoken. Een keer mee kijken op Terlet op een zomerse zondagmiddag gaf wel een goed idee van de sfeer die er hangt. Enerzijds vergelijkbaar met die op een sportvliegerveld: vriendschappelijk, joviaal, behulpzaam. Anderzijds juist heel anders waar het om de regels gaat, veel strikter dan bij het sportvliegeren. Met bijna militaire strengheid wordt op het naleven ervan toegezien. Logisch, want hier gaat ook levend materiaal de lucht in. De koördinatie van het vliegen is in handen van een paar mensen, van wie ieder die vliegen wil, afhankelijk is. Dat lijkt soepel te lopen, het zag er heel ontspannen uit.

Ook dinsdag 18 oktober, toen Matthijs, Frans, Veerle, ons logeetje Rosa en ik op Terlet waren. Voor negenen konden we de briefing in de De Thermiekbel al meemaken vanaf de zijlijn. Het zou een gure dag worden, zei Hans Groeneveld, de DDI van die dag, die zich alvast goed had ingepakt met een wollen das om het hoofd en daar overheen een muts met pompoen. Heel verstandig, want het werd nog afzien voor dunner geklede mensen zoals ik. Bij de hangar zagen we hoe de eerste kisten naar buiten werden gebracht: dus dàt was tiplopen. Nu konden we dat extra lang en goed zien. We volgden twee toestellen tot aan de strip. Dit bleek naderhand dus niet te mogen! Hadden we ons weer es niet goed in de veldregels verdiept. Dwars over het veld fietsen, zoals Frans even daarna nog deed, was helemáál uit den boze, zo liet Sipko Nannenberg ons heel terecht, maar streng weten. Nooit meer doen dus!

Rosa en Veerle zouden een proefvluchtje maken; Frans had dat voor ze afgesproken. Hij ging zelf verder met lessen, net als Matthijs. Ik stond er heel ontspannen steeds verder verkillend bij: noordoostenwind leek het te zijn. Maar Veerle en Rosa popelden om te gaan vliegen. Ze hadden er echt zin in. Nadat Matthijs en Frans al twee starts hadden gemaakt, kon zo rond half elf Rosa de lucht in met, een innemende Amsterdammer die vliegt voor zijn beroep, maar dan in een DC-8 als boordwerktuigkundige. Zo, daar ging Rosa, stralend en wel. Tjonge, dat ging wel heel steil omhoog! Gespannen keek ik of ze al snel weer zouden landen: dan was er vast `braakschade' en moest Rosa worden opgevangen. Maar nee, ze bleven de volle 10 minuten boven, wat bij de weinige thermiek van die dag ongeveer het langste was. Rosa was dolenthousiast! Ze wilde zo wel weer en bedacht allerlei mogelijkheden om nog een vluchtje te kunnen maken. Jammer, ze kon niet `pinnen' bij de De Thermiekbel...

Een uurtje later was Veerle aan de beurt. Ze had al te kennen gegeven, dat ze ook met die aardige Frans mee wilde. Met een extra kussen in de rug, zodat ze wel wat kon zien, ging ze: kabel strak, ja, duimen omhoog! Ook zij bleef 10 minuten boven, dus geen spuugzakje nodig gehad. Springend liep ze mee terug naar de caravan: hier ging ze voor sparen!

Zoveel enthousiasme moet wel aanstekelijk werken, ik voelde mijn weerstand al afnemen. Maar eerst opwarmen in De Thermiekbel met koffie en soep. Daar bewerkten Rosa en Veerle me nog wat verder: ik bood aan om met ze naar huis te gaan, want voor hen zat het vliegen er nu toch op; zij wilden mee terug naar de strip (naar boven, zoals dat heet, heb ik begrepen) maar dan moest ik wel gaan vliegen! Ja, dat wilde ik intussen zelf ook. Hoewel... Als ik eraan dacht kreeg ik de kriebels al in mijn maag. Maar het was nog niet zo ver en misschien ging het niet eens door, want voor mij was er niets afgesproken. Met Brian reden we mee terug en daar liet Frans er natuurlijk geen gras over groeien, hij schoot meteen Hans aan en die keek even op zijn lijst. Ik wilde ook graag met mee, die zo aardig was en waarbij je `veilig en beschut' achterin kon zitten. Nou, dat kon en wel nu meteen! Dat was schrikken en rennen. O jee, ik wist het niet meer. Wilde ik dit echt wel? Ik had me er nog even op willen voorbereiden, dus iets rustiger allemaal dan Frans de dingen meestal aanpakt. Maar daar zat ik al ingegespt met een vijfster waardoor ik helemaal het idee van gevaar kreeg. Gelukkig bleef er kalm en vriendelijk bij; hij legde allerlei dingen uit die me totaal niet bijbleven, maar het werkte wel rustgevend. Tenslotte bedacht ik dat Veerle en Rosa dit toch ook maar eventjes gedaan hadden. Waarom ik niet? (Zoals Veerle al eerder had gezegd: `Ik heb de moed gehad om door te gaan met judo, dus dan moet jij dit ook doorzetten!') Schuin voor ons zag ik hoe een andere kist de lucht in werd getrokken. Doodeng, zo steil als dat ging. Maar ik gaf me over: okay, let's go. En omdat het begin steil zou zijn, liet ik me alvast achterover in de stoel zakken: dan ook maar helemaal!

Daar gingen we. Hield ik mijn ogen nou open of niet? Ik geloof van wel. Maar alles vanaf de start was zo adembenemend dat veel langs me heen is gegaan. Terwijl sommige ervaringen juist extra sterk naar binnen kwamen. Het moment dat we vlak kwamen te liggen en het groene uitzicht om ons heen opdoemde bijvoorbeeld. Ik kan het alleen maar met een film vergelijken, want nergens anders had ik zoiets gezien. Alleen: nu zat ik er middenin. Het zweven voelde best prettig, al zat ik niet ontspannen. Af en toe ging het hobbelig, als over hobbels in het wegdek; niet eng, want we bleven horizontaal. Maar zo gauw we een bocht namen, vond ik het wel eng worden: ik wilde weer rechtop en had de neiging om tegen te gaan hangen. Het uitzicht was wel beter natuurlijk, maar woog even niet op tegen de sensatie van uit het lood zijn. Genieten was er nog niet bij. De stuurknuppel mee vasthouden, daar had ik al helemaal geen aandacht voor, er moest blijkbaar zoveel mee gebeuren, dat het me niet echt geruststelde. De klokjes op het dashboard heb ik, eenmaal in de lucht, niet eens meer gezien. Nee, leergierig was ik niet te noemen. Maar ik had mijn handen vol aan mezelf daarboven en was al blij dat ik niet misselijk werd en het goed doorstond. Al snel begonnen we aan het circuit ; ik vermoedde dat extra vlot weer met me naar beneden ging, want voor mijn gevoel waren we hooguit 4 minuten in de lucht geweest. Landen, inclusief de bochten, vond ik prima en heel snel gaan. Omdat we nu weer richting grond gingen?

Zo, we stonden stil na een gladde landing. Dit was het dus. Ik had het gedaan. Heel mooi, maar dit is geen sport voor mij, dacht ik meteen bij het uitstappen.

Het gekke was, dat na ongeveer een kwartier de ervaring tot me door begon te dringen en ik ervan kon gaan genieten. Had ik daarboven zo verstijfd gezeten, dat er van beleven niets meer was gekomen? Waarschijnlijk wel. Maar in de twee nachten erna bleef ik nòg bezig met deze eerste luchtervaring en hoorde ik de termen eromheen, die de dag zijn kleur hadden gegeven. (DDI, DBO, kabelbreuk, verkort circuit, logboek; ze dwarrelden door mijn dromen heen, terwijl ik het uitzicht weer voor me zag of in een waas de start weer meemaakte.) Dat Rosa en Veerle nog een keer de lucht ingingen, zelfs gesleept tot 1000 meter hoogte, was geweldig voor ze, maar ik geniet nog steeds na van mijn 10-minutenvluchtje --- want zo lang had het toch geduurd, tijd speelt daarboven geen rol. En ik heb al bedacht dat ik, om er echt van te kunnen genieten, in ieder geval nog een keer de lucht in zal moeten...