Terug: Zweven en laten zweven
Vorige pagina: Going down
Volgende pagina: Zweven en laten zweven
Date: Oct 13'94, 19:38
From: FG
Vorige week vrijdag wilde ik langs de strip de krant lezen, maar ik kwam niet verder dan de helft van de voorpagina terwijl het toch geen bijzonder hectische vliegdag was. Een dag op de strip lijkt eindeloos lang en ontspannen en toch blijft er geen tijd over.
De afgelopen week probeerde ik de belevenissen van die ene dag op te schrijven, maar ik vond geen tijd. Het werk hield niet op en dat gaf me het gevoel dat ik, zwemmend in de branding, een hoge golf niet voor kon blijven: tuimelend, naar adem happend werd ik vooruitgegooid door de werkweek, die te kort is en te snel gaat. Hoog tijd om weer een cursusdag te boeken. Toch een paar indrukken.
Rob Mertens vertelde eens dat hij in 35 jaar nog nooit had meegemaakt dat een lierman een kabel moest `kappen'. Nu, het is er toch van gekomen. Annelies was de klos. Ze is acht jaar geleden al eens `solo gegaan', maar heeft toen tijdens het thermiek-vliegen een nare vlucht gehad waarbij ze een onbedwingbare angst voelde opkomen. Dan zit je daar toch in je eentje... Hierna heeft ze het zweefvliegen een poosje op het tweede plan gesteld. Het stichten van een gezin nam de meeste tijd in beslag. Haar man vloog intussen stevig verder: inmiddels heeft hij samen met een vriend een bijzonder toestel aangeschaft waarmee veel, ook in wedstrijden, wordt gevlogen (ik ben vergeten wat voor type het is, maar uit reacties van anderen maak ik op, dat het een vliegtuig is in de `geld speelt geen rol'-klasse). Inmiddels is Annelies opnieuw solo en deze ochtend startte ze in een Ka-8, het oudere eenpersoonstoestel, nog geheel van hout en linnen gemaakt. Ik volgde haar snelle lierstart, de boog waarmee het toestel klom tot op het moment dat het even stil lijkt te hangen, de neus naar beneden keert, waarna je de kabel aan zijn parachute ziet vallen.
Ditmaal gebeurde er iets anders. Annelies leek niet verder vooruit te vliegen. Het toestel schoof naar links, als een instabiele vlieger aan het vliegertouw. Dat duurde een paar seconden, terwijl iedereen opkeek. Via de radio werd Annelies opgeroepen te ontkoppelen. Achteraf is niet goed te zeggen hoe lang het duurde, maar het kunnen slechts seconden zijn geweest. De kabel viel, Annelies maakte een normale bocht naar links en vloog uit het zicht, terwijl van de lierman het bericht kwam dat hij had gekapt toen het toestel boven hem vloog. De start-activiteiten werden stilgelegd omdat de lierman eerst de verloren kabel moest opzoeken. Blijkbaar had Annelies daarboven pas kunnen ontkoppelen nadat de kabel aan de onderkant was losgegooid.
Toen Annelies was geland, werd het toestel meermalen geïnspecteerd. De een na de andere ZVB -houder beproefde zijn kennis op het ontkoppelingsmechanisme, maar een fout viel niet te constateren. Daarop maakte de DDI, Henk Frohwein, een testvlucht. Niet alleen de ontkoppeling werd nu getest: er volgde een korte maar spectaculaire en onberispelijk uitgevoerde vliegshow! Frohwein maakte na de ontkoppeling rechtsomkeert en dook. De kist floot ons luid tegemoet en maakte een looping, gevolgd door een tweede looping. Daarna ging het recht omhoog en alsof een van de vleugeltips in de lucht werd vastgehouden, keerde hij en dook opnieuw. Het leek wel met een passer in de lucht getekend. In een leerboek heb ik gelezen dat de DDI aan het begin van elke vliegdag de eerste vlucht maakt, maar op Terlet gebeurt dat zelden. Op deze manier zou het wel een fenomenale dagopening zijn!
Hans van Beek was er ook. Hij vloog in hetzelfde groepje als Matthijs en ik, onder begeleiding van Bruno Zijp. Matthijs moest jammer genoeg na zijn eerste start ophouden, omdat een verkoudheid hem door de luchtdrukverandering in de oren was gaan zitten. Hans had meer geluk, al zag het er tijdens zijn tweede start even naar uit dat ook hij startproblemen had: op 100 meter hoogte ontkoppelde Bruno zonder een woord te zeggen. De reactie van Hans was volgens het boekje (bocht van 180 graden, op circuit, landing). Toen ik met Bruno naast de cockpit stond bij de voorbereidingen voor de nieuwe start (Hans zat nog op zijn plek), trok Bruno de riemen van zijn zitplaats strak zonder plaats te nemen, sloot zijn deel van de kap en sprak tegen Hans: `Nou, succes ermee. Tot straks!'
Dit was dus hèt moment, dat altijd onverwacht komt. Hans keek verrast op, grijnsde, richtte zijn blik op de startbaan en keek nog eenmaal op. Hij maakte de kap open en vroeg: `Eh... nog bepaalde bijzonderheden?' Een laatste, formeel overbodig mondeling contact, dat toch belangrijk was. Bruno's antwoord (`Geen bijzonderheden. Of ja: een uur wegblijven.') bevestigde het vertrouwen.
Daar ging hij, om na een voorbeeldige vlucht glunderend te landen. Ik vond het heel mooi om van zo'n moment getuige te kunnen zijn. Je bent deelgenoot van het begin en het eind van iets dat iemand geheel alleen kan en moet klaren. Als het leven zelf.
Tussen alles door maak ik zes starts met Bruno. Alles begint te lukken, maar dat zeg ik al een poosje. Ik heb soms nog de vaste overtuiging dat het piefje verkeerd staat (scheef), terwijl ik toch echt meen dat ik prima rechtuit vlieg. Bruno laat het me allemaal goed uitzoeken en soms bestrijdt hij mijn al te grote spraakzaamheid met een woordenvloed van hemzelf.
Vooral één vlucht was wat dat betreft goed raak... Slechts even was het stil in de cockpit, toen de kabel zou worden strakgetrokken. Kort daarvoor klonk het, zoals steevast bij hem: `Concentratie!' Maar voor het overige, vanaf het moment van instappen tot aan het begin van de landing, kwamen er ondeugende limericks van de achterzetel, sterke verhalen en zelfs een etymologische verhandeling over de taalkundig nogal interessante geschiedenis van de woorden `mug' en `knet'. De knet is een miniatuur vliegje, de mug is ieder bekend. Je zou verwachten dat in het Engels de mug een `midge' heet en de knet een `gnat', maar het is juist andersom... En al die tijd moest ik me concentreren op het plannen en uitvoeren van de vlucht met minimale aanwijzingen van Bruno zoals `naar de snelweg en volg die maar een poosje', terwijl ik beleefdheidshalve toch ook een aangenaam gespreksgenoot wilde blijven. Ik geloof dat dit een tactiek is om de rek in de aandacht van de vlieger te testen. Bruno is, zo hoor ik, ook weleens doodstil, wat dan weer een andere beproeving is, of hij zet zijn rood-plastic mok (waar Bruno is, zie je die mok) gevuld met hete koffie naast je hoofd met de vraag of je vooral niet wilt morsen; hij schijnt zelfs eens zijn stuurknuppel uit het raam te hebben gegooid, maar dat verhaal is apocrief. In elk geval, uit het feit dat er tijdens de landing geen grapjes worden gemaakt, maak ik op dat dit onderdeel van mijn vlucht nog verbetering behoeft.