 |
We hebben op de snelweg gereden, door een klein gek wijkje met een smalle weg zonder stoepruimte links en rechts. Veel linksaf en rechtsaf slaan daar, kalm om geparkeerde wagens heen en tussen kleine vrachtwagens vol bouwmaterialen door. De bouwvakkers die er lopen groeten vriendelijk terug. Ben ik even blij dat Humphry een klein model BMW heeft. Een Smart was ook best geweest maar een link grote wagen zou zeker schampdeuken hebben gemaakt.
En gekeerd. Belangrijkste is naast het goed uitkijken, de koppeling juist zover laten opkomen dat de wagen rolt maar beslist *niet* sneller.
Op het journaal was een item over matige rijscholen. Er zijn het afgelopen jaar 100 rijscholen bijgekomen, meestal eenpersoonsbedrijfjes die weinig werk hebben, bijvoorbeeld net 10 examenkandidaten per jaar waarvan de meeste zakken. Op www.rijschoolgegevens.nl zijn slagingspercentages te vinden. Deze geven wel een indicatie, maar zeggen ook weer niet alles. De leerlingen zijn geen homogene groep en je kunt niet zien of de een meer ouderen of immigranten heeft opgeleid en de ander meer jonge mensen die uitstekend Nederlands spreken. Als de taal een drempel is voor communicatie met de examinator, dan vermindert dat de slagingskans al.
De ene instructeur heeft meer ervaring dan de ander. En Humphry heeft een deel van de rek in zijn waarnemings- en denkvermogen te danken aan zijn werk (20 jaar) als luchtverkeersleider. Dan komt er nog weer wat meer op je af dan een paar fietsers.
|