Terug: Zweven en laten zweven
Vorige pagina: Wie `B' vliegt...
Volgende pagina: Oude thermiek
Date: apr 27 '95, 14:29
From: FG
Matthijs, die tegelijk met mij zijn vlieglessen begon, kon de afgelopen maanden geen dag vrij krijgen, maar nu het op zijn werk rustiger wordt, is er een andere hindernis gekomen: hij heeft een huis gekocht! Voorlopig zal zijn startgeld opgaan aan verfrollers. Afgelopen maandag en dinsdag reed ik daarom opnieuw alleen naar Terlet. Beide dagen was het zeer ruig weer.
Maandag kwam ik in de middag aan, toen Henk Frohwein net pauzeerde. De vliegers op het veld vertelden over het uitermate turbulente zwerk (overal kolkende lucht en harde crosswind bij start en landing) en hadden zo hun bedenkingen over mijn plannen. Ik trouwens ook. Wat kon ik zeggen als Henk me naar mijn ervaring met dit weertype zou vragen? `Ik heb vandaag tien landingen gezien!' Als ik Henk zou vragen of ik eerst met een instructeur mee mocht, zou hij kunnen denken: `Frans is bang, oppassen!' En als ik kalm een eenzitter zou vragen kon hij denken: `Hee, die heeft niet door wat voor weer het is, oppassen!'
Annelies de Bruine was er, ze vloog tweemaal en vond het `niet leuk', maar dat heeft ze wel vaker. Ze ging in elk geval even niet vliegen, maar zette zich aan de startadministratie en het radioverkeer.
Toen Henk terug was, zei ik: `Hoi Henk. Ik wil graag mijn negenennegentigste start maken. Wat raad je me aan?' Waarop hij antwoordde: `Opsturen in de start, voldoende snel landen.'
Het werd inderdaad een `dog fight' tegen onzichtbare stromingen. Ik stuiterde omhoog en boven had ik het méér dan druk. Het ging, maar met afwisselend 3 meter per seconde stijgen en dan weer 5 meter per seconde dalen, in grote klappen. In het dwarswindbeen zat een sterke en plotse daalwind en tijdens de final maakte het schrikbarend veel verschil of ik de remkleppen iets los deed (zakken als een baksteen) of weer sloot (vooruit als een speer). Ik landde niet mooi, wel zachtjes uiteindelijk. Trapsgewijs. Annelies vertelde dat haar instructeur Nol dat `een aankomst' noemt in plaats van landing.
Omdat het after all wel goed ging, mocht ik meteen weer, maar ik wachtte liever even om het getintel in mijn handen en het geknik in de knieën te laten wegebben. Bij de tweede start knalde bovenin de kabel los en toen ik heel snel bijdrukte, van de schrik, zag ik pluis en gruis en iets gekleurds langs de kap omhoogvliegen. Ik meldde dat aan Annelies via de radio, zij besprak het daar en er kwam bericht dat dit het breukstukje moest zijn geweest. Niet dat het omhoog vloog: ik dook er langs naar beneden tijdens het (te snel) bijdrukken. De landing verliep nu beter.
Derde vlucht: ook weer goed, alleen nu bijna tekort gekomen. Ik zat te turen naar de landingsbaan, waar vrij veel toestellen naast elkaar stonden en terwijl ik dubde over de te nemen beslissing, was ik bijna te ver gevlogen. Uiteindelijk haalde ik het toch ruimer dan ik had verwacht.
Gedurende de dag had ik veel aan de tips van Bernard Goossens en Ties de Ridder (met allebei rond de 250 starts). Ze volgden me goed en vertelden me naderhand hoe het er uit had gezien. Het opsturen en voldoende steil gaan in de start, maar vooral het gebruik van remkleppen in de landing verbeterden daardoor sterk.
Toen ik me dinsdag op de strip meldde, begroette Hans Groeneveld me met de woorden: `Ik kan vandaag niets voor je doen.' Met mijn magere 100 starts vond hij het te link. Maar nadat ik hem had verteld dat ik maandag drie starts redelijk had volbracht, vond hij dat ik dan ook maar verder moest gaan...
Alleen een paar uren in de middag, toen de wind nog verder toenam en bovendien grilliger werd doordat er flinke thermiek ontstond, mochten alleen ZVB -houders vliegen en mensen met instructeur in een tweezitter. Ties deed zijn ZVB -praktijkexamen --- drie vluchten vol opdrachten, met drie verschillende instructeurs --- met succes! Een leerling (vijfde en zesde start) kwam tot tweemaal toe met een kotszak vol terug. Ik zou net weer bonnen inleveren, toen het rond de bus zo vervaarlijk begon te gieren dat Hans me toch maar een poosje aan de grond hield.
Tegen het einde van de middag kalmeerde de lucht, de cumuluswolken verwaaiden en ik kon weer.
Voorbeeldige landingen heb ik niet gemaakt. Ik was al tevreden met veilige landingen.
Prachtige zon, gloeiende kop. Twee vakantiedagen.