We komen over tal van verkeersdrempels in diverse woonwijken. Prima kans om te leren hoe je die op afstand in kunt schatten. Zouden de gemeentelijke verkeersplanners drempels ontwerpen in allerlei verschillende categorieën? Een grote vierkante op een kruispunt heet een tafel, de rest heet allemaal drempel maar ik vermoed toch wel dat de ontwerpers er meer namen voor hebben bedacht. Sommige hebben lange strepen, andere hebben verschillende patronen. Er zijn er waar je met matige snelheid overheen zeilt zoals over een wolk in een droom, anderen straffen een beetje te vlot rijden af met een verbazingwekkende stuitering en weer andere voelen zelfs stapvoets aan alsof je tegen een muur aan knalt. Prima oefening om te remmen op de motor en heel iets bij te toetsen op de rem als het moet.
Bij het schakelen laat ik de koppeling vaak te vroeg te veel los, waardoor de wagen even wordt afgeremd. Dat voelt verkeerd aan en Humphry zegt dan lachend “God straft direct...”
Het is warm buiten en de airco staat aan. Dat kost opvallend veel motorvermogen en de wagen lijkt er luier door.
Humphry blijkt tal van grappige punten in de omgeving te kennen waar je goed kunt zakken op het examen. We rijden over een bandijk die rond Huissen gaat. Ik herken het omdat ik er vaak fiets, maar op een gegeven moment loop ik vast omdat de weg overgaat in een fietspad... daar had ik verder vooruit moeten kijken en rechtsaf slaan. Loop ik tijdens het examenrijden in zo'n val, dan is het game over. Humphry legt me uit dat het doel is om vlot en veilig te leren rijden. Zonder haperingen, zonder op de rem te stappen waar dat niet nodig is en oplettend, vooruit kijkend en volgens de regels.
Op een t-splitsing val ik even stil, als er meer gebeurt dan ik in een keer kan bevatten. We slaan linksaf, we hebben wat afgeremd maar moeten in de bocht wel blijven doorrijden en er komt verkeer van links en rechts. Humphry zegt “vol” en bedoelt daarmee dat ik de koppeling helemaal moet induwen, maar ik denk dat hij doelt op “vol gas” wat ik niet goed begrijp op dat punt, dus ik doe niets... verkeerde plek om stil te vallen maar wel goed om elkaars woorden te leren kennen in verschillende situaties.
Ik moet wat kalmer schakelen, niet zo druk doen met mijn hand aan de versnellingspook zodat ik daardoor ook minder met de andere hand aan het stuur reageer. Want een ruk met mijn rechterhand aan de pook geeft onwillekeurig een tegenreactie van de hand aan het stuur.
We halen tenslotte een andere leerling op, die ook net is begonnen. Mooi om vanaf de achterbank te zien hoe het gaat. De leerling,een aardige jonge man, is wat gespannen en Humphry moet voortduren ingrijpen en aanwijzingen geven om wagen en passagiers te beschermen. Maar hij doet het kalm, zonder spanning toe te voegen. Nooit boos, soms luid maar niet uit frustratie. Razend knap, die combinatie van ontspanning en maximale beïnvloeding. Ik besef dat het een vermoeiend vak kan zijn, autorijles geven.
“Overigens zegt iedereen van zichzelf dat ie goed kan autorijden” schrijft vriendin Marjan, “hetgeen niet zo is. J. is bijvoorbeeld levensgevaarlijk.”
“Met paardrijden is dat net zo”, vervolgt Marjan, die werkt als adjunct baas van een glossy paardenblad. “Ze hebben ooit in een eerste hulpafdeling van een Zweeds ziekenhuis onderzoek verricht bij mensen die paardrijdongelukken hadden. Beginners omschreven zichzelf als beginner, de rest vond van zichzelf dat ze ‘bijna professioneel’ niveau hadden. Haha. Daar hou ik ook rekening mee in m'n artikelen ;-) ... Maar met autorijden is het net zo.”
Ik ben een beginner.
![]() |