Home

Terug naar index <=> Verder naar volgende

We hebben kriskras door de stad gereden, druk pratend. Wat autorijden betreft hebben we het gehad over de plek waarop je een kruising oversteekt als je linksaf slaat. In het oude praktijkboekje staat het zo:

Maar daar staat als ik het nogeens overlees bij dat je dat zo doet op ruime kruisingen. Als er minder plaats is, rijd je niet voor elkaar langs maar om elkaar heen. En dan zijn er nog weer kruisingen die er een beetje tussenin zitten, en kruisingen waar op het wegdek wordt aangegeven hoe je het veiligste kunt rijden.

Vanochtend had Gerry les van Humphry en zij schreef het volgende verslag:


Les 18: Opfris

Om elf uur heb ik rijles. En dat is spannend. Ik heb al zo'n zeventien jaar mijn rijbewijs, ik rijd vaak en veel en graag, maar er is al die tijd niemand geweest die mij op de vingers keek en, indien nodig, op de vingers tikte. Ooit stelde een examinator in een halfuurtje vast dat ik wel kon rijden en dat was het dan. Een rijbewijs als vrijbrief om mijn leven lang te mogen autorijden. Zonder tussentijdse ‘checks’ of ik het nog wel kan.

Maar vandaag gaat Humphry kijken hoe ik rijd. Omdat Frans enthousiast is over zijn kwaliteiten als rij-instructeur en ik graag meer wil weten over mijn kwaliteiten als bestuurder.

Kort na elf uur rijdt de zwarte BMW van Humphry de Freitas voor. Humphry stapt uit, we schudden elkaar de hand en ik stap in. Ik heb nog nooit in een BMW gereden. Ik rijd gewoonlijk in een oude Mini, een wereld van verschil. De motor draait nog en meteen ben ik de volgorde voor het wegrijden vergeten. Stoel verstellen natuurlijk, maar dan? Eerst de gordel om? Eerst de versnelling in de één? Of toch eerst de handrem eraf? Ik geef maar gewoon rustig gas en we rijden de straat uit. Even voelen hoe de koppeling en het gaspedaal op elkaar inspelen. Ik krijg daar alle kans voor want we rijden een stuk stapvoets over kleine weggetjes die zich slingeren door een dichtbebouwde nieuwbouwwijk. Met drempels. Veel drempels. Ik rijd niet graag te voorzichtig, houd van lekker doorrijden (waar de Mini zich uitstekend voor leent, hij is klein maar fel), maar in de BMW werkt dat niet. En Humphry vindt het niet goed. Het is echt niet nodig om tussen twee drempels door naar de drie te schakelen om vervolgens voor een volgende drempel af te moeten remmen. Of gewoon niet af te remmen en de inzittenden op de achterbank (in dit geval Frans) door elkaar te schudden. Kalm en rustig, in de tweede versnelling, zo neem je die drempels. “Dat is ook een stuk beter voor de auto,” zegt Humphry. Hij heeft gelijk. Maar hij vindt het niet erg: “Het moest even onder je aandacht komen...”

Dan rijden we de bebouwde kom uit en ik trek snel op naar de 80 km per uur. “Hoe hard mag je hier denk je?”, vraagt Humphry. Het blijkt 50 km per uur te zijn, het blauwe bord met Arnhem en een streep erdoor hebben we nog niet gehad. Ik neem gas terug. We slaan ergens rechtsaf, passeren dan wel het blauwe bord en eindelijk mag ik het gas intrappen. Maar de weg is smal en al snel komen er tegenliggers. Dat betekent afremmen en door de berm rijden, waar allemaal kuilen en gaten het onmogelijk maken om tempo te houden. Humphry vindt nog dat ik te weinig snelheid verminder. Het met te hoge snelheid door kuilen rijden heeft hem een paar jaar geleden zo'n 900 gulden gekost omdat de wielophanging gerepareerd moest worden. Dat wil ik niet op mijn geweten hebben en ik neem gas terug.

We rijden naar Elst, waar volgens Humphry vaak rijexamens worden afgenomen. Het stadje heeft alles wat nodig is voor een goed examen, alle mogelijke verkeerssituaties kun je er tegenkomen. Bij een voorrangskruising vraag ik hoe het ook al weer zit met het oprijden van een kruising. “Dat is eenvoudig”, legt Humphry uit, “je mag alleen oprijden als er een middenberm is. Maar die moet dan wel groot genoeg zijn voor de auto, want je mag naar voren en naar achteren niet uitsteken.” “Dus met mijn Mini kan dat eerder dan met deze BMW?", vraag ik. “Ja”, antwoordt Humphry, “zo lang je de rest van het verkeer maar niet hindert.” Dat is duidelijk. Even later staan we weer bij een kruispunt waar we linksaf gaan slaan. Er komt geen verkeer van links, ook niet van rechts en ik rijd maar vast het kruispunt op. Er moet nog een auto rechtdoor, dus houd ik even in. Maar er komt nog een auto achteraan, en nog een. Ik sta middenop het kruispunt en weet dat de BMW te groot is voor deze plek, hij steekt zowel naar voren als naar achteren uit. Zodra het kan, trek ik snel op. Ik heb niemand gehinderd, maar het was niet zoals het hoort.

Op een smalle weg mag ik keren op de weg. Ik denk dat ik dat wel kan. Ik doe dat vaak met de Mini. Maar nee, de BMW botst harder tegen de stoeprand aan dan ik wil, en ik moet van Humphry al eerder weer terug sturen. Ik heb dat ooit vast goed geleerd, maar ben de details al lang vergeten. Ik neem me voor om dat de volgende keer met de Mini nog eens goed te oefenen. Hetzelfde geldt voor het fileparkeren. Het gaat nu in één keer goed omdat Humphry aangeeft wanneer ik aan het stuur moet draaien. Ik doe dat meestal op het gevoel en het gaat vaak wel goed, maar als je precies weet wat je wanneer doet, dan gaat het gewoon altijd goed.

Na een bocht vraagt Humphry waarom ik het stuur niet gewoon terug laat glijden door mijn handen. Hm, nooit over nagedacht, dat doe ik gewoon niet. Hetzelfde geldt voor het éérst kijken in de spiegels en dan pas richting aangeven. Dat doe ik altijd andersom, even inschatten of ik kan afslaan, richting aangeven en pas dan goed kijken. Ingeslopen slordigheid. Bij een afslag is het de bedoeling om ruim voordat de afslag er is, al richting aan te geven. “Die richting is niet voor jou, die richting is voor iemand anders om 't te zien, toch?”, zegt Humphry. Weer heeft hij gelijk. Ik zal het onthouden, beloof ik.

De les loopt op zijn eind. Het uur is omgevlogen. We zijn het erover eens dat zo'n ‘opfrisles’ heel zinvol is, voor iedereen. Want na een tijdje sluipen er ongemerkt slordigheden in je rijgedrag. Humphry is gelukkig niet ontevreden over mijn rijstijl. Wel vindt hij dat ik me te druk maak tijdens het sturen, ik rijd te onrustig. Ik doe te veel overbodige handelingen, schakel te veel, rem te veel, geef daardoor ook te vaak gas. Hij adviseert mij om de handen zoveel mogelijk aan het stuur te houden en rustiger te gaan rijden. En beter te kijken. Ik beloof het hem en bedank hem voor zijn tijd en goede adviezen. Het was leerzaam. En leuk.

gerry01.html
gerry01.jpg
45.95 KB
gerry02.html
gerry02.jpg
44.96 KB
gerry03.html
gerry03.jpg
51.53 KB
gerry04.html
gerry04.jpg
52.92 KB
gerry05.html
gerry05.jpg
46.57 KB
gerry06.html
gerry06.jpg
23.33 KB
gerry07.html
gerry07.jpg
48.92 KB
gerry-humphry01.html
gerry-humphry01.jpg
67.93 KB
gerry-humphry02.html
gerry-humphry02.jpg
54.88 KB
gerry-humphry03.html
gerry-humphry03.jpg
65.66 KB